Wat een leuk joch is die Rolf (dit is niet zijn echte naam). Een echte puber van 14 jaar met pretogen, praatjes voor tien, met het kapsel van Boris Johnson en net de baard in de keel. Hij was op een halve punt blijven zitten het vorige jaar (zei hij) en nu deed hij voor de tweede keer de brugklas van vmbo-tl. Met zijn fiets was Rolf flink over de kop gevlogen waardoor hij zo’n zes weken thuis moest blijven.
Toen ik voor het eerst bij hem aan huis kwam, voor onderwijsondersteuning voor zieke leerlingen, zat hij enthousiast te gamen met een familiezak chips en een sixpack energiedrankjes onder handbereik. Trots liet hij zien op welk level hij speelde en hoe handig hij ermee was. Rolf gaf me een lesje “Fortnite voor dummies” en daarna gingen we met het schoolwerk aan de gang.
Volgens Rolf ging het met hem prima op school en redde hij zich eigenlijk heel goed zelfstandig. Hij zei dat hij het wel aardig vond dat school mij had gevraagd om hem te helpen, maar echt nodig leek het hem niet. Ik knikte vriendelijk en zei dat ik hem graag hielp, sterker nog ik word er zelfs voor betaald….. Het eerst wat ik met zo’n leerling doe is de beginsituatie vaststellen op basis van het laatste gemaakte schoolwerk. Ik vroeg Rolf om zijn boeken en schriften eens op te halen. Dat leidde tot een stapeltje van vijf boeken. Ik zei dat er volgens mij nog wel meer moest wezen. Na nog een keer zoeken kwamen er nog twee boeken bij en een paar schriften, maar geen enkel werkboek. Ik liep even mee naar zijn slaapkamer en al snel kwam alles tevoorschijn en begon Rolf me wat schichtig aan te kijken. Op tafel lag nu een stapel met alles wat een brugklasser op school nodig heeft. Rolf bleef me aankijken of hij op te krappe schoenen liep. In de paar schriften was een halve bladzijde tekst geschreven, de rest van de schriften was blanco. Uit de stapel spullen haalde ik 7 werkboeken, die alle zeven nog in het cellofaan zaten. Ik zei: “Jij bent wel erg zuinig op je werkboeken, dat je ze in november nog in het cellofaan hebt zitten.” Ik zag hem denken: “Die oude heeft mij in de gaten.”
Inmiddels had ik de moeder van Rolf erbij gehaald en had ik haar laten zien hoe goed zoonlief op zijn werkboeken had gepast. Ze ontplofte bijna ter plekke en Rolf kreeg de volle laag. Ik kwam met een vredesvoorstel voor de komende zes weken. Rolf gaat elke dag hard aan het werk voor school, volgens een door mij opgezet schema. Elke dag nog maar twee keer een half uurtje gamen. In zes weken tijd werd alle lesstof ingehaald , zodat hij na de kerstvakantie weer mee kon doen met de klas op school. Ik kwam een keer per week bij Rolf thuis om les te geven en het proces in de gaten te houden. Moeder controleerde dagelijks of hij zijn werk maakte.
Al heel snel bleek, waar (een serieus deel van) het probleem zat. Rolf had nooit geleerd om te leren. Hij had geen idee hoe je Franse woordjes kunt stampen, hoe je aantekeningen en samenvattingen maakt, of hoe je een planning maakt voor je huiswerk. Mijn lessen in leren waren voor hem heel leerzaam. Na een tijdje paste hij zijn leerstijlen toe en kreeg hij zelfs lol in het leren leren. Moeder had ook haar lesje geleerd en hield hem scherp in de gaten. Toen Rolf na de kerstvakantie weer op school kwam, liep hij voor op de klas met meerdere vakken en daar was hij trots op.
Een Afrikaans spreekwoord luidt: “Je hebt een heel dorp nodig, om een kind op te laten groeien.” Ook de moeite waard is deze levenswijsheid: “Als het leven je laat struikelen, maak er dan een salto van.” Die houden we erin, zolang het maar geen salto mortale wordt.
Jan Haverkate
Jan Haverkate is consulent bij OZL IJsselgroep en teamleider van OZL Delta
Meer lezen?
Meer lezen in de serie Die ene zieke leerling? Lees dan de blog over Samira.